Inmiddels zijn de paralympische spelen weer voorbij. Ik heb altijd een enorme bewondering voor topsporters in het algemeen, maar paralympiërs in het bijzonder. Wat zij presteren, dat is het ultieme “denken in mogelijkheden” dat er maar bestaat. Vind ik dan.
Pas geleden ontving ik het resultaat van een door ons (namens ex-werkgever) aangevraagde herbeoordeling. De betrokken mevrouw was minder arbeidsongeschikt geworden. Dat betekent iets voor haar uitkering in de toekomst, want in plaats van 80-100% arbeidsongeschikt was er nu opeens een resterende verdiencapaciteit die ze moest gaan benutten. Ze belde meteen haar (ex-)werkgever, mijn klant, om te vertellen dat ze heel erg blij was met dit resultaat. Huh? Wat? Ja, heel blij! Want voor haar gevoel paste een volledige arbeidsongeschiktheid niet bij haar mogelijkheden. Kijk, daar word ik nu blij van, dat is wat mij betreft een paralympische gedachte.
Afgelopen weekend vroeg iemand aan mijn dochter, die zojuist gestart is op het MBO Sport en Bewegen, wat ze in de toekomst graag zou willen worden. Mijn dochter vertelde dat ze uiteindelijk de droom heeft om bewegingsagoog te worden, in een revalidatiecentrum. Want daar wil ik dan graag mensen helpen om te ontdekken wat ze allemaal nog wel kunnen. Prachtig! Dat is wat mij betreft de allermooiste ambitie die je maar kunt hebben; het denken in mogelijkheden. Ik wens het iedereen toe, ik wens de mevrouw een prachtige baan waar zij haar mogelijkheden goed kan benutten en ik wens dat mijn dochter haar dromen kan waarmaken. Ik heb niet veel te wensen……