Wantrouwen als uitgangspositie?

In de Stand van de uitvoering sociale zekerheid wordt de Kamer geïnformeerd over ontwikkelingen en dilemma’s in de uitvoering van sociale zekerheid. Het document telt 57 pagina’s dus je moet er wel echt even voor gaan zitten als je het goed in je wilt opnemen.

Ik heb me verbaasd (of verwonderd, ben beduusd of bevreemd) over de uitgangspositie. Wat zegt namelijk het document (de minister, dus):
“Voor het bieden van sociale zekerheid is een goede dienstverlening cruciaal en om deze goede dienstverlening te kunnen verlenen, is het van belang om misbruik te voorkomen en te bestrijden.”

Het eerste dat in mij opkomt als ik dat lees is dat hier wantrouwen aan de basis ligt.

Persoonlijk vind ik dat geen goede uitgangspositie. Noem me naïef, maar ik ga toch nog steeds uit van het goede van de mens. Ik ben van mening dat een ieder de uitkering moet krijgen waar hij/zij recht op heeft op dat moment.

Wat mij betreft had men een punt moeten zetten in het midden van de zin. Voor het bieden van sociale zekerheid is een goede dienstverlening cruciaal. Punt.

Hiervoor is het van belang om ervoor te zorgen dat de mismatch tussen de vraag naar sociaal-medische beoordelingen en het aanbod van artsencapaciteit wordt opgelost. Volgens mij, maar ik ben geen expert, moet dat de focus zijn. Niet het voorkomen en bestrijden van misbruik.

Ik kan me vergissen, maar volgens mij is het allergrootste deel van de mensen die om welke reden dan ook een uitkering aanvraagt niet van plan om de boel te flessen.

Dus, beste minister(s); misschien tijd om de problematiek bij UWV op te lossen in plaats van uit te gaan van het slechte van de mens. Maar dat is slechts mijn bescheiden mening.