Prikkelwerking WIA: beter laat dan nooit?

In de Commissievergadering SZW van 3 oktober 2013 kwam de Prikkelwerking WIA aan bod. Naar mijn idee is hier te kort bij stilgestaan en hebben de raadsleden kansen laten liggen.

Wat houdt de Prikkelwerking WIA in

Iedereen die gedeeltelijk geschikt is om te werken, zal er alles aan moeten doen om die restverdiencapaciteit (rvc) te benutten. De WGA kent hiervoor een prikkel: benut je je rvc, heb je recht op een loonaanvullingsuitkering, en anders krijg je een vervolguitkering (vvu).

Praktijkvoorbeeld:
David is 50% arbeidsgeschikt, zijn inkomen bedroeg voorheen € 30.000. Hiermee is zijn restverdiencapaciteit € 15.000. Wanneer hij dit daadwerkelijk verdient, bedraagt zijn totale inkomen (loon+uitkering) uiteindelijk € 25.500. Heeft hij geen werk, valt hij na zijn loongerelateerde periode terug op een vervolguitkering van € 6.665 – dus bijstand.

Wat is er afgesproken

Het UWV stuurt een gedeeltelijk arbeidsgeschikte uitkeringsgerechtigde een aantal maanden vóór de afloop van zijn loongerelateerde uitkering (lgu) een brief om hem/haar te wijzen op de inkomenspositie na deze periode. Als je dán nog op zoek moet naar werk, loop je minimaal anderhalf jaar achter.

Wat zou er moeten gebeuren

Naar mijn mening begin je niet pas een paar maanden vóór de overgang van de lgu naar de vvu met het activeren van mensen. Al zodra duidelijk is dat iemand zijn eigen werk niet meer zal kunnen doen, is het belangrijk om de toekomstscenario’s te schetsen.

Rol werkgever

Bij ziekte en arbeidsongeschiktheid kun je als werkgever al vroegtijdig inspelen op de activering van je werknemer. Laat hem zien wat het inkomensplaatje is bij wel of niet werken. Dit zal uw werknemer helpen om met een andere blik naar zijn positie te kijken. Zeker in deze situatie geldt: Stilstand is Achteruitgang.